Stadsdichter 2011-2013
Geert Zomer
Geert Zomer is geboren op 30 november 1963 in Gorinchem en was Stadsdichter van 2011 tot 2013
Op jonge leeftijd verhuist hij via Ede naar Dronten. Sinds 25 jaar woont hij met veel plezier in Harderwijk. Na veel tekenen en schilderen in Centrum voor Beeldende Kunsten ’t Klooster volgt hij een studie aan de Nieuwe Akademie te Utrecht, een kunstopleiding. Hij exposeert o.a. in Harderwijk, Amsterdam, Alkmaar en Leeuwarden. Daarna volgt hij de opleiding Analytische Tekentherapie.
Stadsgedichten van Geert
Jetje uit Harderwijk
Moeder zei de letters voor,
zo spelde ik mijn naam.
Op straat deed ik de hinkelstap,
op het stoepje voor ons raam.
Als wij gingen wandelen in de stad
lag de synagoge er stil bij.
Moeder zei dat het oorlog was.
Wij doken onder voor de boze mannen
maar wij werden opgepakt.
Ruw namen zij ons mee.
Op het station streek moeder liefdevol mijn haren glad.
Er klonken barse stemmen
maar ook zachte, die mij de sterren wezen.
Ik droomde dat ik thuis was
maar ik schrok wakker door het schudden van de trein.
Wij kwamen aan in Sobibor,
moeder hield mijn hand goed vast.
…
Ik deed mijn laatste stappen.
25 januari 2013 – Jetje Härtz (1940 – 1943), ter gelegenheid van de Herdenking 21 Joodse Harderwijkers.
Zandkastelen
Eens werd u in Sprang-Capelle geboren.
U groeide op,
speelde op ’t strand
en bouwde een kasteel met een toren.
In 2012, op een dag in de zomer,
spiegelt het Wolderwijd als nooit tevoren.
U woont nog in Tuindorp, Amsterdam
en werkt voor Wassenaar en Voorschoten.
U stuurt daar veertig mensen aan,
heel spontaan maar ook empatisch en doordacht.
In luttele seconden de kansen zien,
dat is uw kracht.
Vroeger kwam u hier, zo nu en dan, als kleine jongen.
Er groeide nog gras op de Vischmarkt.
Wellicht droomde u er toen al van
om hier de man te zijn die burgemeester wordt genoemd?
Uw vrouw legt haar boek neer en kijkt over het meer
naar de contouren van de oude stad.
Uw kinderen spelen met spetterend water
en bouwen kastelen in het zand.
U denkt aan uw eigen kasteel, vroeger op het strand,
hoe u dat sterker maakte, hoger bouwde,
van een stevig fundament voorzag.
Nu staat u hier als man die zijn roeping niet kan weerstaan.
Er wacht u in ons prachtige oude stadje een wereldbaan!
11 januari 2013 – ter gelegenheid van de installatie Harm-Jan van Schaik tot burgemeester van Harderwijk.
Alles van waarde is weerloos
Weerloos de boeken, door de eeuwen geschreven.
Weerloos de tegels, door zoveel voeten betreden.
Weerloos een erfstuk, door familie verkregen.
Weerloos in een vitrine, ons geweten.
Wie geen waarde hecht aan het verleden
leeft nu een half leven.
Wie nooit is gedaald in de spelonken van de tijd
zal nooit stijgen, nooit iets waarde kunnen geven.
Krachtig, de mannen van het geld,
zij die onze munten hebben geslagen.
In de rand van de eerste munten staat vermeld:
“MONETA HERDERWICH”.
Weerloos de herinnering,
verborgen in een mooie zin,
verbonden met een kostbaar ding,
levend, in dit huis van de historie.
Weerloos, de soldaat die in het Belgenkamp logeerde.
Weerloos, de nachtelijke vluchten van een geallieerde.
Weerloos, de rekruut die door de Smeepoortstraat marcheerde.
Weerloos op de Kiekmure, de vissersvrouw, starend over zee.
Weerloos, de vluchtigheid van dromen.
Maar krachtig, de stad die haar verleden beschermt.
Een stad die klopt in het hart van de tijd
koestert haar historie tot in eeuwigheid.
3 november 2012 – ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van het Stadsmuseum Harderwijk.
Bovenaan de voorgevel van het museum staat geschreven:
“Alles van waarde is weerloos… …als het hart van de tijd”
Dichtbij
Een man verborg de aarde achter zijn duim.
Het was zijn droom een astronaut te zijn,
om sporen op de maan te schrijven.
Een dame schuift aan naast een heer.
Het is haar droom om aandacht te geven,
te luisteren.
Een man geniet van een muur.
Het was zijn droom dit gebouw te ontwerpen,
het van licht en vensters te voorzien.
Een vrouw leert een vreemde taal.
Het is haar droom om verhalen te horen,
verbindingen te zien.
De SWO heeft er een prachtig wijkhuis bij.
Het is hun droom om er voor ouderen te zijn,
respect te tonen.
Een man zit gezellig met drie anderen te eten.
Het is zijn droom om te genieten,
om even te vergeten.
Wijkhuis Zeebuurt voelt nu al vertrouwd.
Het is zijn droom een baken te zijn,
voor arm en rijk, van jong tot oud.
Een vrouw opent de deur.
Het is haar droom een thuis te bieden
en ons welkom te heten.
8 september 2012 – ter gelegenheid van de officiële opening van Wijkhuis Zeebuurt.
De visser
De Zuiderzee blonk als een spiegel aan de kade,
botters dreven rustig aan een pier.
Het was zondag, de dominee sprak over Gods genade,
het was nu vredig hier.
Het was maandagochtend en nog donker.
De vissers maakten zich op om te gaan.
De maan was verscholen achter de wolken,
mannen liepen af en aan.
Het gerucht ging door de stad
dat er slecht weer zat aan te komen,
maar toen was het nog bladstil.
Slechts een ziener had van de storm vernomen.
De schippers zijn toch uitgevaren.
Nog nooit waren hun netten zo vol vis
als toen de eerste golven braken:
de voorbode van duisternis.
Niet te beschrijven, de storm die toen is losgebroken.
Het was of Gods toorn in alle hevigheid ontstak.
Neptunus heerste met z’n drietand over de golven,
het was of de wereld in tweeën brak.
Gelukkig zijn vele mannen veilig thuisgekomen,
enkelen lieten die nacht hun leven op zee.
Als u vandaag door Harderwijk heen loopt,
loop dan een aantal passen met hen mee.
25 augustus 2012 – ter gelegenheid van de Harderwijker Visserijdagen.
Het meisje van een soldaat
Er zijn in deze dagen veel soldaten in de stad,
in het Koloniaal Werfdepot verblijven zij een zestal weken.
Zij krijgen daar instructies voor hun lange reis
en handgeld voor hun verblijf in Harderwijk.
Dit spenderen zij doorgaans in kroegen en bordelen.
Zij dragen een prachtig uniform, hierin lopen zij fier
te paraderen. Zo hebben de soldaten hier een goede tijd.
Harderwijk bloeit als nooit tevoren.
Maar, genoeg hierover… wil je nu mijn verhaal eens horen?
Wacht, eerst neem ik een flinke teug bier.
Mijn moeder overleed in de nacht dat ik werd geboren.
Eerst was ik gewoon getrouwd maar mijn man ben ik verloren.
Nu ben ik het meisje van een soldaat,
en van een andere soldaat en van een andere en nog een andere,
Jan, Piet, Klaas, Henri, Pol, Günter, Kofi en John,
zij lagen allemaal aan mijn zijde.
Aan deze “liefdes” komt altijd een eind als ze met de trein vertrekken richting Rotterdam. Dan marcheren zij
naar het station, onder begeleiding van militaire klanken
en jeugdige baldadigheid.
Soms komt er een dure heer langsgelopen,
hij woont vast in de Donkerstraat.
Dan heb ik mijn liefste glimlach paraat,
maar hij kijkt altijd weg en is nooit binnengekomen.
Maar ook de gewone man wil niets van mij weten,
de meesten zijn gewoon getrouwd.
Zij die mij van vroeger kenden, zijn mij nu vergeten;
dat ze mij negeren laat mij zeker niet koud.
Hoewel het soms niet makkelijk is, heb ik het goed,
ik heb een prettig slaapverblijf en geld voldoende.
Met vriendinnen praat ik graag over de laatste mode
en hier eet ik mijn buikje vol.
Maar mocht u verder gaan vragen, wat u uit beleefdheid
nooit zult doen, dan zal ik vertellen hoe groot mijn verdriet is
over het heengaan van mijn lieve man.
Tijdens een vechtpartij liet hij het leven.
Een maat van hem werd belaagd door drie dronken lieden,
Hugo sprong ertussen, zo heeft hij zijn leven gegeven.
Ik heb wel smartengeld gekregen
maar mijn liefste krijg ik daar niet mee terug.
Maar nu is het tijd,
ik moet snel gaan,
om voor mijn raam te zitten en te lonken naar de mannen.
Ik ben Beatrijs, het meisje van een soldaat.
6 juni 2012
Ter gelegenheid van de opening van de expositie over het Koloniaal Werfdepot 1814 – 1909 in het Stadsmuseum Harderwijk.
Lalaland
Opgelet!
Op de Stille Wei is Lalaland geschapen,
een vrijplaats vol muziek.
Kunstzinnige wolven jagen hier in een publiek
van de verbeelding.
Er breken golven van beats op de kade.
Krachtig zingt de diva een prachtige ballade,
aan haar hand een denkbeeldige minnaar,
haar ogen stelen de show.
Het meisje in gele japon volgt een parade van dappere mannen.
Zij dragen het vuur van hun rozen en stellen geen vragen.
Wij proeven de zin van de waan met een lach en een traan
en dwalen door peilloze verten.
Wij rusten op een klanktapijt,
gonzend in een electric flow dansen er vreemde vogels.
Nachtbrakers bijten zich vast in het ritme.
Jongens slaan het stof van de maan,
onder de sterren spelen zij luchtgitaar als jonge honden
en springen op de maat van zwaar geschut.
Lalaland gloort voorbij de horizon.
Op dit festival is iedereen waarachtig,
spelend in een ondoorgrondelijk toneel.
18 mei 2012 – ter gelegenheid van het Lalaland festival op de Stille Wei.
De wagenmenner
Zijn toon is niet te licht en nooit te zwaar,
hij maakt graag een praatje hier en daar,
zijn woorden hebben vleugels.
Hij is een menner op een wagen,
twee gedreven paarden rennen aan zijn teugels…
Het rechterpaard is iets te tam maar puur en mild,
het linkerpaard is wild en slaat soms plotseling op tilt.
Hij houdt ze keurig in balans.
Onze Hanzestad is voor hem heilig,
de stadsmuur staat voor hem symbool
en ook het waterfront is veilig.
Zijn geest is sterk
maar na een dag vol edel werk
drinkt hij graag een wijntje.
John is gewoon een fijne man,
een ware burgervader…
Maar waarom dan uw vertrek? Waarom?
Is het linkerpaard dan toch te sterk?
Bent u op hol geslagen?
Nee, de zaken liggen anders.
Na al die noeste arbeid hier
heeft u een horizon in het vizier
die nog meer ruimte biedt aan een strateeg…
De bossen van het Loo,
die zijn veel grootser en veel wilder!
Krijgt u dan geen spijt?
Want het mooie Wolderwijd zult u gaan missen…
Tot slot een kritische noot!
Voor iemand die zo veel gedaan heeft voor ons waterfront
zou u toch moeten weten van welke kant de stoomboot komt!
Men praatte erover, de gehele week,
hoe u tijdens de intocht de verkeerde kant op keek.
12 mei 2012
Ter gelegenheid van het afscheid van burgemeester John Berends. Hij wordt benoemd tot burgemeester van Apeldoorn.
Vriendschapsboom
In een ver en diep verleden,
400 jaar geleden,
trok een delegatie wijze mannen,
onder wie Ernst Brinck uit Harderwijk,
naar het Ottomaanse Rijk.
Een overeenkomst was hun doel,
hun wandelgang diplomatiek…
Hun droom; het planten van een boom:
een handelsboom, een mooie boom,
een Turkse boom, een rijke boom,
een volle boom, een wijze boom…
Een boom voor alle mensen,
een droom van iedereen.
Een boom die reikt tot in de hemel,
een droom door alle jaren heen…
De droom die wortelt in het Ottomaanse Rijk,
staat nu als vriendschapsboom in Harderwijk.
Van hand tot hand ging deze boom,
van hart tot hart de droom…
25 april 2012
Ter gelegenheid van de onthulling van een plaquette bij de vriendschapsboom in het Hortuspark die de 400-jarige betrekkingen tussen Nederland en Turkije symboliseert.
Vlucht
Mijn vleugels heb ik uitgeslagen,
meer jongen nog dan man.
Ooit floten wij naar de meisjes, vol luister,
maar deze nachten zijn wij weerloos in het duister.
Van de basis kreeg ik mijn instructies mee:
\’Vlieg niet te laag over de zee, vlieg niet te hoog
en vermijd, zo mogelijk, het land.\’
Soms scheerden wij vlak over het water,
even later stegen wij weer op.
Mijn bommen liet ik vallen op de daken,
Hamburg brandde zo fel als de zon.
Ik wilde hen mores leren samen met mijn maten!
Ik draaide mijn kist richting het vaderland,
deze nacht, zo lang, zo zwart…
en dacht aan mijn prachtige meisje.
Niet lang geleden gaf zij mij haar hand…
Ineens was daar die scherpe KNAL!
Het vliegtuig stortte neer.
Nu vechten wij voor ons leven in het meer,
het water, zo koud als ijs, is een ware straf…
Misschien was ik wat overmoedig,
maar gelukkig nooit te laf…
18 april 2012
Ter gelegenheid van de onthulling van het monument ter nagedachtenis van de 117 bemanningsleden van geallieerde vliegtuigen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Harderwijk of directe omgeving hun leven verloren.
Nieuwjaarsduik
Het nieuwe jaar is pas ontloken,
het nieuwjaarsvuur is aangestoken.
Daarom is het kleumen, trillen en beven
om de nieuwjaarsduik te beleven.
Want men zet een feestneus op,
of trekt vreemde kleren aan,
om spontaan het water in te gaan.
Ligt het meer bedekt met ijs en is het donders koud,
of zijn de wolken zwaar en grijs van regen?
Het is altijd kippenvel voor jong en oud.
Zie hen eens staan,
zij trappelen als wilde paarden,
storten zich als jonge honden in het meer
en worstelen door woeste baren.
Zij trotseren vele stormen en gevaren
en komen pas weer tot bedaren aan de wallenkant.
Het zijn ware helden en gouden Harderwijkers
en komen vast en zeker in de krant!
7 januari 2012 – Ter gelegenheid van de nieuwjaarsduik vanaf de Strandboulevard.
Afscheid
Ik kwam van ver,
van diep uit zee,
mijn lichaam bijna verraden door de golven.
Ik ben een killer whale.
Waar is moeder?
Zij zwom vlakbij maar ineens was zij verdwenen
Waar is vader?
Ik hoorde hem nog roepen maar plotseling was dat voorbij
Ik zwom maar ergens heen,
soms spelend in de stroom,
dan intens alleen in de grote oceaan.
Maar ineens spoelde ik aan.
Daar lag ik op het wad samen met de wind,
de schelpen en de meeuwen.
Toen kwamen de mensen van het land
Ik vroeg: \’Mag ik mee?\’ En ik mocht mee.
Mijn lijf lacht van zuiver overleven
Ik wil alleen maar zijn,
genieten van dit leven.
Ineens is er dit afscheid,
zij die mij zoveel vis hebben gegeven
zwem ik nu voorgoed voorbij.
22 november 2011
Ter gelegenheid van het afscheid van orka Morgan uit het Dolfinarium van Harderwijk.
Koepelglas
Soms ging ik vroeger bij mijn neefje spelen,
dan moesten wij zijn speelgoed delen:
een trein, een vliegtuig van meccano, een houten hamer
en in een hoek stond een parkeergarage in de kamer.
Wij hadden elk een auto, hij een snelle Porsche
en ik een ouderwetse zilvergrijze Buick.
Wij reden de parkeergarage in, cirkelden omhoog
en zetten veilig en ook droog de auto\’s neer.
Wij rijden de parkeergarage in, cirkelen omlaag
door zes etages en parkeren onze auto op twintig meter diep.
Mijn neef is nu een goede vriend, zo moet je weten.
Af en toe zoekt hij mij op en neemt mij mee uit eten.
Wij bewonderen de briljante constructie
en stoten stoer de handen tegen het beton.
De tijd van toen en nu versmelt in dit geniale bastion,
wij leven en zien door het koepelglas de zon.
14 oktober 2011 – Ter gelegenheid van de opening van de parkeergarage Houtwal.
100 jaar vuur
Zes smeden eren 100 jaar vuur,
de smederij hun lust en hun leven.
De wolfsbektang klemt gloeiend ijzer,
in vorm geslagen op ’t aambeeld.
In deze kleine ruimte waar Hephaestus,
de god van het vuur en de smeedkunst,
zich vermaakt met vetkool, stokbeitel en boutentang
is in vier delen een botter geschapen.
De botter wil varen,
wil één zijn met wind en getijden.
Al zijn zeilen zet hij bij om het leven
te ervaren op een verre, verre Zuiderzee.
Golven dragen hem waarheen het lot maar wil,
zo vaart hij vele, vele jaren.
Tot hij tenslotte, moegestreden maar ook trots,
zich neerlegt in het zand.
Ter ere van het honderdjarig bestaan van de scheepssmederij Veluvia.
Vleugels
De Vanghentoren binnenkomen is dromen in de luwte.
De wereld leg ik naast mij neer, het voelen van de sfeer en kunst aan oude muren. Hoe het meer steeds weer verandert,
het onbevangen lopen in de tuin.
Alleen kalmte zal u redden, maar kalmte met hartstocht en
vlijt geeft mannenhanden godenkracht.
De Vanghentoren werd steen voor steen herboren.
De tuin, eens verloren, bloeit als nooit tevoren.
Sporen van ijzer, marmer en koper wijzen je de weg.
Vleugels van een engel vangen de tijd in losse beweging.
Ik zie voor me hoe de soep wordt bereid en
uitgedeeld aan minderbedeelden.
Zij aten de soep uit de ketel met graagte en
bleven zo voor de hongerdood gespaard.
Die tijd is verdwenen,
in de ketel wordt nu verbeelding bewaard.
Misschien ziet Henk vanuit het godenrijk hoe
de Vanghentoren zich nu sluit. Maar hij weet dat
het goed is. Het was altijd een feest om er te komen
en het blijft een feest om er te zijn.
Weekend evenement Hommage aan ‘de Vanghentoren’
Groene ziel
De muurbloem strekt haar wortels doelgericht in oude stenen,
met monnikengeduld is zij gespaard toen de Hedera verdween.
De Erysimum cheiri, door Schipper behoed en bewaard,
groeit eerzaam op de oude minnebroedersmuur.
De monnik zag het allemaal,
hij toonde zich niet aan wie niet zag.
Natuursteen van het klooster per toeval ontdekt,
mannen die groeven ontwaarden het.
Hij zat graag in zín sobere minnebroederscel,
een beekje meanderde gezellig langs hem heen.
Hij hoorde het stromen, het stemde hem blij
en hij was bedroefd toen het later verdween.
Maar nu sprankelt de oude natuur van de monnik;
het beekje is terug, het park is met liefde herzien.
Hij loopt graag in z\’n pij langs het kreekje,
misschien ziet u hem even als u in \’t Hortuspark vertoeft.
Dan kunt u genieten in de groene ziel van de stad,
intiem verscholen tussen historische muren.
Het hart van Harderwijk vol rustige kracht,
met een schoonheid als nooit tevoren.
23 juni 2011 – Opening van het Hortuspark
Een festival voor iedereen
Dansende derwisjen draaien en draaien,
hun dans is een parel voor de geest op onze aarde.
Ieder mens die zij ontmoeten is van waarde,
wij zijn allemaal uniek en verbonden met elkaar,
wij zijn nooit alleen maar altijd samen.
De Brassaband uit Suriname is een ware sensatie,
ga eens naar De Boekaniers of Swinging Squabble en
maak eens een dansje op Duo Friends of Gokhan Kalac.
Laat u verrassen door een heel bijzonder hapje,
of door kunst uit een ver en tropisch land.
Wellicht ontmoet u wel de liefde van uw leven
en anders is er wel een sterke hand die
u meeneemt naar Yonca of Bulan Purnama.
Ga sowieso naar het BÈla Trio,
maar vergeet U.D.X. niet en Capoeira.
Het is een multicultureel festijn vol klank en kleur,
elke act is een facet van het palet van Harderwijk,
laten wij samen schitteren en glanzen.
Wees welkom aan de Parkweg, geniet en wees blij,
op een heel fijn, gezellig en sprankelend Multi Culti.
18 juni 2011 – Festival Multi Culti, een multicultureel festival aan de Parkweg.
Echte zeebonk
Had ik maar een barketijn,
dan zou ik verre exotische havens verkennen.
Dronken van geluk zou ik zijn,
vol van een heerlijk verlangen.
De oceanen kennen geen enkel geheim,
heerlijk de wind in mijn haren.
Golven slaan tegen het hout,
alleen ik zou bepalen, waarheen, waarvoor, hoever.
De zeilen breken het blauw van de zee,
door drie masten waardig gedragen.
Ga eens met de Abel Tasman mee,
laat u eens varen op dit schip van formaat.
U zult dan ervaren hoe het is om een zeeman te zijn,
om als trotse kapitein de koers te bepalen.
Uw verhalen zijn groots en meeslepend en
als een echte zeebonk meert u aan in Harderwijk.
10 juni 2011 – De Abel Tasman meert aan, ter gelegenheid van de Aaltjesdagen.
Stemmen, ruwe inborst en spektakel
Mannen met luide stemmen, krachtig en vrij,
in alle toonaarden hoor je ze roepen,
in dialect, ABN en zelfs met Vlaamse tongval.
Ook zijn er vrouwen van de partij,
zij doen niet onder voor kerels die resoneren en bonken.
Hoor en verwonder, bewonder de bassen,
laat u verrassen door een tedere tenor
of een stem die overal bovenuit stijgt.
Zie haar eens staan, die uitbundige sopraan,
luister hoe zij roepend pronkt over haar dorp.
Een vurige alt staat als geen ander te vonken
en een bariton lonkt schalks naar de deernen.
De Smeepoortenbrink is gehuld in een middeleeuws spektakel
van kooplui, handelswaar, zeggingskracht en ruwe inborst.
Er klinkt een waar concert van luide stemmen
maar ineens valt er een wonderlijke stilte.
Een countertenor prijst, heel hoog en puur,
de schoonheid van onze mooie natuur.
Zijn voordracht sereen, zijn stem helder en zuiver,
alsof een engel fluistert in je oor.
21 mei 2011 – Stadsomroepersconcours, Nederland en Vlaanderen op de Smeepoortenbrink.
Harderwijk 8 mei 1446
Het Bourgondische gezantschap is overeengekomen met de afvaardiging van Bremen, door bemiddeling van de stad Harderwijk, dat er een compromis is gesloten in het
oorlogsconflict.
Zo begint de Akte van de Vrede van Harderwijk,
na rijp beraad geschreven door wijze mannen.
Het zijn letters, gevangen in vezels en inkt
en indrukwekkend behangen met zegels.
Maar vrede laat zich niet vangen,
zij nestelt hooguit in woorden en wil altijd vliegen.
Zij is het licht in diep bodemloos slapen en
de verlosser in onze eeuwige strijd.
Die nacht is in een herberg de vrede naar binnen geglipt.
Zij spreidde haar vleugels in De Hollandsche Tuin,
streelde de mannen van het conflict met haar veren
en zoende, licht spottend, de wang van Philips de Goede.
Deze lag ergens ver weg in Bourgondische weelde te slapen,
voor een landheer van stand was onze stad echt te min.
Op zijn tijd, 8 juli 1446 en geheel volgens zijn zin,
hing hij aan de Vrede van Harderwijk zijn zegel.
19 mei 2011
Herdenking van de Vrede van Harderwijk. Met de Vrede van Harderwijk kwam een einde aan een vierjarig conflict tussen de Hanzestad Bremen enerzijds en de Hanzesteden van Holland, Zeeland, Friesland en Vlaanderen anderzijds.
Uit de as herrezen
Na een brand is zij vertimmerd,
er is gemetseld, geschilderd en geschuurd.
Een Stadswerkplaats is uit de as herrezen.
Als je gezelligheid zoekt en ook nog iets wilt leren,
als jij in jouw tempo hier actief wilt zijn.
Als je kleding wilt herstellen of een klok wilt repareren,
of wellicht met hout jouw tij wilt keren.
Als je geen baan hebt en jouw toekomst is onzeker
en ook als je wat ouder bent en men noemt jou senior,
klop dan eens aan en laat je welkom heten.
Iemand is nooit afgeschreven,
iemand is nooit uitgeteld,
een mens staat altijd in t leven.
18 april 2011 – Opening Stadswerkplaats Harderwijk.
Klein maar groot
Jij laat ons zien met een knipoog.
Nooit te groot om Klein te zijn,
nooit te Klein om tegenwicht te bieden
houd jij stand.
Liefde is taal die bloeit in je hand.
Meer virtuoos dan je denkt blijf je achter de schermen.
Apollo fluistert:
Is Jan niet die man met de meesterhand?
Een sociaalliberaal in het politiek spel,
een Heer van Ginkgo Biloba die
in Harderwijk Centraal zijn stem uitlaat en
mijn poëtische gasten ferm en op lichte toon verblijdt?
Janny ís antwoord:
Ja, dat is zo.
7 april 2011 – Jan Klein ontvangt van Burgemeester Berends de erepenning van de stad Harderwijk.
Niets dan de waarheid
Hij gaat er eens goed voor zitten en krabt achter zijn oren.
Anderen weten dat zijn verhaal van groot belang is
en willen het uitvoerig, tot in de fijnste finesses horen.
Veel van wat er werd gesproken is nu geschreven geschiedenis.
Soms zitten zij al aan de haven, net na het ochtendgloren
en laven zich, in alle vroegte, aan een fraaie heugenis.
Het zijn de stemmen van door de wol geverfde senioren,
in hun ogen zwemt de waarheid snel en lenig als een vis.
Wil je in Harderwijk goede paling gaan kopen,
loop eerst voor advies langs de leugenbank. Je
weet dan, prima paling heeft alleen het rechteroog open.
Tien jaar sterke verhalen dus is het tijd voor een drankje.
Dit gedicht is voor de heren die stad en land afstropen,
voor al hun anekdotes een welgemeend bedankje!
4 april 2011
Pure passie
Er klinken stemmen en muziek, de radio staat aan.
Men luistert op pleinen, in huizen en straten.
El Mundo fluistert rond bomen, door kieren en gaten.
Het Leugenbankje wordt bezocht, mensen gaan,
mensen komen en laten veel van zich horen. Zij staan
in Het Praathuis te luisteren of zitten ontspannen te praten.
Ze volgen het nieuws geboeid in Harderwijk Centraal en laten
zich door een goed gesprek verleiden tot een traan.
Harderwijk FM, het universum van de stad,
muziek, feiten en weetjes, het is hun keurmerk.
Iedereen zet zich vrijwillig in en gaat prat
op het feit dat er wordt gebouwd, zo hard en zo sterk
wordt getimmerd aan de lokale zender zodat
alles versmelt tot pure passie. Het is zuiver mensenwerk.
5 maart 2011
Harderwijk FM, de lokale zender van Harderwijk, houdt 5 maart 2011 open dag.
Een maatje
De nacht kruipt langs de muren
het donker duurt nog heel erg lang
iedereen is wel eens eenzaam
iedereen is wel eens bang
iedereen kan zo nu en dan verdrietig zijn
maar als je huis van breekbaar glas is
en de dekens van je bed totaal niet warm
dan mis je een paar armen om je heen
als jij onzichtbaar lijkt voor mensen
een hand die haastig door je heen grijpt
een stem die door merg en been snijdt
wie ziet je dan nog staan?
gelukkig is er dan het maatje
iemand die luistert naar jouw woorden
met je meedenkt
en zegt:
laten wij samen die weg op gaan
27 januari 2011
Een maatje voor Harderwijker jongeren
In januari 2011 is de Algemene Hulpdienst Harderwijk gestart met het maatjesproject voor jongeren van 8 tot en met 18 jaar.
Informatie over deze stadsdichter
Geert Zomer is geboren op 30 november 1963 in Gorinchem.
Op jonge leeftijd verhuist hij via Ede naar Dronten. Sinds 25 jaar woont hij met veel plezier in Harderwijk. Na veel tekenen en schilderen in Centrum voor Beeldende Kunsten ’t Klooster volgt hij een studie aan de Nieuwe Akademie te Utrecht, een kunstopleiding. Hij exposeert o.a. in Harderwijk, Amsterdam, Alkmaar en Leeuwarden. Daarna volgt hij de opleiding Analytische Tekentherapie.
Momenteel heeft hij een eigen praktijk voor Analytische Tekentherapie genaamd Zomer-Praktijk. Zijn beeldende werk wordt vertegenwoordigd door BB Art.
Gedichten van Geert Zomer zijn opgenomen in verschillende verzamelbundels van uitgeverij de Vleermuis. Tijdens zijn studie aan de opleiding Analytische Tekentherapie schrijft hij voor het vakblad Beeldtaal elk kwartaal een gedicht dat hij ook illustreert.
In maart 2010 verschijnt Waakvlam. In dit debuut schetst hij in vier hoofdstukken een innerlijk landschap. De hoofdstukken doen denken aan de seizoenen van het jaar.
Zomernacht, zijn tweede bundel, speelt zich af in Harderwijk. Personen worden gecreëerd, oude gebouwen beschreven en verloren straatjes komen weer tot leven in gedichten en tekeningen.
Hij presenteert deze bundel op 27 januari 2011, de dag dat hij wordt benoemd tot stadsdichter van Harderwijk. Momenteel werkt hij aan een derde bundel waarvan de gedichten zich voornamelijk afspelen in en rond een poëziewinkel.
