Vlucht

Mijn vleugels heb ik uitgeslagen,
meer jongen nog dan man.
Ooit floten wij naar de meisjes, vol luister,
maar deze nachten zijn wij weerloos in het duister.

Van de basis kreeg ik mijn instructies mee:
\’Vlieg niet te laag over de zee, vlieg niet te hoog
en vermijd, zo mogelijk, het land.\’

Soms scheerden wij vlak over het water,
even later stegen wij weer op.
Mijn bommen liet ik vallen op de daken,
Hamburg brandde zo fel als de zon.

Ik wilde hen mores leren samen met mijn maten!

Ik draaide mijn kist richting het vaderland,
deze nacht, zo lang, zo zwart…
en dacht aan mijn prachtige meisje.
Niet lang geleden gaf zij mij haar hand…

Ineens was daar die scherpe KNAL!
Het vliegtuig stortte neer.

Nu vechten wij voor ons leven in het meer,
het water, zo koud als ijs, is een ware straf…
Misschien was ik wat overmoedig,
maar gelukkig nooit te laf…

Geert Zomer,
de Stadsdichter van Harderwijk

18 april 2012
*Ter gelegenheid van de onthulling van het monument ter nagedachtenis van de 117 bemanningsleden van geallieerde vliegtuigen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Harderwijk of directe omgeving hun leven verloren.