varend door een zee van vlammen
op een schip bestaand uit broederschap
is de brandweer een familie
waarbij ieder op zijn broeder past
brandweer man op
brandweer vrouw
brandweer broer op
brandweer kind
het team bestaat niet
louter uit collega’s
maar juist ook
uit het gezin
want als je hoog daar in een flat zit
zitten zij gekluisterd aan de buis
en wanneer je dan weer op de grond staat
wachten ze met open armen thuis
maar soms blijven open armen open
soms blijft een stoel voor altijd leeg
soms eist het redden van een leven
dat men zijn eigen leven geeft
soms verrassen vlammen vreedzaam
soms slokt het vuur meer op
dan van ons mag
je kunt altijd alles geven
maar ‘soms’
ligt net buiten onze macht
zo ook 25 jaar geleden
op een vroege ochtend in de stad
Harderwijk zou plots ontwaken
met een krater in haar hart
getroffen door een meteoriet van ongeloof
een inslag van verdriet
een gapend gat dat niet te vullen lijkt
omdat het zich alsmaar weer verdiept
maar wat blijvend is valt wel te dragen
ieder op zijn eigen wijze
als een dagboek van bedroefdheid
waarin je de leegte weg kan schrijven
en naast rouw is er ook trots
naast machteloosheid is er kracht
om door te gaan met het eervol dienen
van dit prachtig mooie vak
zodat we nooit vergeten
wat men niet vergeten mag
dat er helden voor ons vechten
in een strijd van dag en nacht
helden die blijven bouwen
aan dat schip bestaand uit broederschap
varend door een zee van vlammen
met deze mannen in hun hart
Opgedragen aan Erik Timmer & Harm Foppen
Harderwijk, 27 januari 2023, Timo Verbeek