Het meisje van een soldaat

Er zijn in deze dagen veel soldaten in de stad,
in het Koloniaal Werfdepot verblijven zij een zestal weken.
Zij krijgen daar instructies voor hun lange reis
en handgeld voor hun verblijf in Harderwijk.

Dit spenderen zij doorgaans in kroegen en bordelen.
Zij dragen een prachtig uniform, hierin lopen zij fier
te paraderen. Zo hebben de soldaten hier een goede tijd.
Harderwijk bloeit als nooit tevoren.

Maar, genoeg hierover… wil je nu mijn verhaal eens horen?
Wacht, eerst neem ik een flinke teug bier.
Mijn moeder overleed in de nacht dat ik werd geboren.
Eerst was ik gewoon getrouwd maar mijn man ben ik verloren.

Nu ben ik het meisje van een soldaat,
en van een andere soldaat en van een andere en nog een andere,
Jan, Piet, Klaas, Henri, Pol, Günter, Kofi en John,
zij lagen allemaal aan mijn zijde.

Aan deze “liefdes” komt altijd een eind als ze met de trein vertrekken richting Rotterdam. Dan marcheren zij
naar het station, onder begeleiding van militaire klanken
en jeugdige baldadigheid.

Soms komt er een dure heer langsgelopen,
hij woont vast in de Donkerstraat.
Dan heb ik mijn liefste glimlach paraat,
maar hij kijkt altijd weg en is nooit binnengekomen.

Maar ook de gewone man wil niets van mij weten,
de meesten zijn gewoon getrouwd.
Zij die mij van vroeger kenden, zijn mij nu vergeten;
dat ze mij negeren laat mij zeker niet koud.

Hoewel het soms niet makkelijk is, heb ik het goed,
ik heb een prettig slaapverblijf en geld voldoende.
Met vriendinnen praat ik graag over de laatste mode
en hier eet ik mijn buikje vol.

Maar mocht u verder gaan vragen, wat u uit beleefdheid
nooit zult doen, dan zal ik vertellen hoe groot mijn verdriet is
over het heengaan van mijn lieve man.
Tijdens een vechtpartij liet hij het leven.

Een maat van hem werd belaagd door drie dronken lieden,
Hugo sprong ertussen, zo heeft hij zijn leven gegeven.
Ik heb wel smartengeld gekregen
maar mijn liefste krijg ik daar niet mee terug.

Maar nu is het tijd,
ik moet snel gaan,
om voor mijn raam te zitten en te lonken naar de mannen.
Ik ben Beatrijs, het meisje van een soldaat.

Geert Zomer,
de Stadsdichter van Harderwijk

6 juni 2012
*Ter gelegenheid van de opening van de expositie over het Koloniaal Werfdepot 1814 – 1909 in het Stadsmuseum Harderwijk.