Het laatste zeil

Wie kent ze nog,
de veertig namen uit het vertelraam?
Nu na twee eeuwen de tijdvensters
zijn gesloten, zoals de oude zee,
die achter de dijk verdween,
en vissers, niet thuis gekomen.
Verdronken namen ooit beweend,
zijn ongehoord gebleven.
– een tijdpassage –
Toen uit ongekende verte,
de wind was gaan liggen,
de stilte groeide tot
in het diepste bot van
de Kiekmure, waar
vrouwen met hun kroost,
bleven bidden en wachten;
hopen dat de kim,
dat laatste zeil ook zou loslaten.

Vandaag lees ik hun namen,
strooi de as van alle letters uit over
wat niet geweten is;
van mannen en knapen,
kinderen nog,
die eerst nu weerkeren om
hier nog eenmaal,
de ruggen te rechten in
het brons voor
de eeuwigheid.

13 mei 2008
bij de onthulling van het herinneringsmonument voor de verdronken vissers

stadsgedichten